Het kiezen van de juiste maat voor een gebreide trui houdt in dat u rekening houdt met zowel uw eigen lichaamsafmetingen als de pasvorm die u verkiest voor het kledingstuk. Hier vindt u een stapsgewijze handleiding om u te helpen bij het kiezen van de juiste maat:
Voer uw metingen uit:
Meet uw buste/borst, taille, heupen en de lengte vanaf uw schouders tot het punt waar u de trui wilt laten eindigen (bijvoorbeeld de heuplengte, de lengte van het midden van de dij). Gebruik een flexibel meetlint en meet het breedste deel van elk gebied.
Controleer het patroon:
Als u een breipatroon gebruikt, vindt u meestal een maattabel met de uiteindelijke afmetingen voor elke maat. Vergelijk uw eigen maten met deze maten om te bepalen welke maat het beste bij uw lichaam past. Houd er rekening mee dat breipatronen vaak wat gemak ingebouwd hebben, dus kies een maat die het dichtst bij uw werkelijke afmetingen ligt of iets groter voor een comfortabele pasvorm.
Overweeg pasvormvoorkeur:
Bepaal of je een nauwsluitende pasvorm, een ontspannen pasvorm of een oversized pasvorm voor je trui wilt. Sommige patronen kunnen informatie bevatten over de beoogde pasvorm. Houd er rekening mee dat het type garen dat u gebruikt en uw breispanning (dikte) ook van invloed zijn op de uiteindelijke maat van de trui.
Controleer meter:
De breispanning, ook wel de steekdikte genoemd, is van cruciaal belang voor het verkrijgen van de juiste maat van het voltooide kledingstuk. Volg de instructies van het patroon om een proefstaal te maken met hetzelfde garen en dezelfde naalden die u voor de trui gaat gebruiken. Meet het aantal steken en rijen in een opgegeven maat (bijvoorbeeld 4 inch of 10 cm). Als uw maat afwijkt van de maat van het patroon, heeft dit invloed op de uiteindelijke maat van de trui. Mogelijk moet u de naalddikte of -spanning aanpassen aan de patroondikte.
Aanpassingen:
Als uw maten tussen de maten vallen of als u specifieke lichaamsverhoudingen heeft die niet perfect aansluiten bij het patroon, moet u mogelijk aanpassingen maken. Dit kan inhouden dat u een maat groter breit voor een deel van de trui en een maat kleiner voor een ander deel, of dat u korte rijen of figuurnaden gebruikt om verschillende afmetingen mogelijk te maken.
Proberen en passen:
Naarmate u verder komt met breien, kunt u de trui af en toe passen om de pasvorm te controleren. Dit is vooral belangrijk als u aanpassingen aan het patroon aanbrengt. Als je niet zeker bent over de pasvorm, kun je beter onderweg kleine aanpassingen maken in plaats van te wachten tot de hele trui klaar is.
Vraag om advies:
Als je twijfelt over de maatvoering of het maken van aanpassingen, aarzel dan niet om advies in te winnen bij ervaren breiers of online breigemeenschappen. Zij hebben wellicht waardevolle inzichten of suggesties om u te helpen de beste pasvorm te bereiken.